Trendalerts zijn exclusief voor DWSI-leden, die daarvoor in het hiernaast aangegeven kader kunnen inloggen.

Update: Naar een herordening voor ruimtelijke ontwikkeling in Nederland?

13 februari 2025


Update: Naar een herordening voor ruimtelijke ontwikkeling in Nederland?

In 2023 signaleerde we een trendontwikkeling naar een nieuwe herordening van de ruimtelijke ontwikkeling in Nederland, met als ‘nieuwe’ discours ‘Water en bodem sturend’ . Eind 2024 stuurden de ministers van Infrastructuur & Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening een brief naar de kamer met daarin hun visie op het adagium van ‘Water en bodem sturend’ voor ruimtelijke plannen. We gaan rekening houden met water’, maar water moet niet bepalend worden bij de inrichting van ons land. Gaat het hier om een semantische discussie of zit er toch meer achter? We reflecteren op de eerste signalen uit de praktijk.

Allereerst blijkt uit de brief dat de focus van de wijziging zich vooral op de keuzes t.a.v. de woningbouwlocaties richt. De aandacht voor een programma ruimte voor de rivier 2.0 en andere structurerende keuzes, zoals bijv. 100 liter p.p.p.d. blijven onaangetast.  Belangrijke opmerkingen zijn dat we ons moeten richten op ‘wat wél kan en moet, gebaseerd op de kennis die we hebben van ons water- en bodemsysteem in een veranderend klimaat’ en dat we ‘op zoek naar oplossingen die de verschillende belangen verenigen in plaats van scheiden, door zoveel mogelijk multifunctioneel ruimtegebruik en creatieve oplossingen’.

Deze statements zijn te verdedigen omdat kijken naar wat wél kan een goed uitgangspunt is, maar de vraag blijft wel wie bepaalt of iets kan in een gebied of niet en hoe men tot deze afweging en conclusie komt. Uit een verkenning van het College van Rijksbouwmeesters & Rijksadviseurs samen met 80 water en ruimtelijke ontwikkeling professionals blijkt dat gebieden niet ‘op slot hoeven’ door het ‘keurslijf van water en bodem sturend’. Zij concluderen op basis van inzichten uit vier regiobijeenkomsten dat er volop kansen zijn voor ontwikkeling, als er vanuit water en bodem gedacht wordt bij ruimtelijke ontwikkeling.  Zij stellen dat innovatieve woonconcepten zoals een drijvende stad (Monster, 2024) of ‘superwadi’s’ kunnen bijdragen aan klimaat- en bodembestendige gebieden, maar ook dat er pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. In veenweidegebieden, zoals bijvoorbeeld in Fryslân, zal doorgaan met pompen en ontwateren alleen maar zorgen voor toenemende verzilting, verdroging en bodemdaling met alle gevolgen van dien. Nu bijsturen beperkt schade voor bewoners en ondernemers in het gebied en bespaart kosten.

Hoe deze ingewikkelde afwegingen gemaakt moeten worden is nog niet helder (er is namelijk nog geen planologisch instrumentarium voor), maar stond ook centraal op het Nationaal Deltaprogramma dat drie weken na de beleidswijziging plaatsvond. De conclusie die op basis van deze signalen getrokken kan worden is dat het belang van ‘Water en bodem’ bij ruimtelijke ontwikkeling nog steeds overeind staat en ook sterk gevoeld wordt door water- en ook ruimtelijk professionals. De vraag blijft alleen hoe dit beleid invulling gaat krijgen in de praktijk en welke keuzes bestuurders in de regio’s maken. Duidelijk is in ieder geval dat waterschappen en mogelijk ook drinkwaterbedrijven een pro-actievere rol zullen moeten nemen in gebiedsgerichte verkenningen samen met o.a. provincies en gemeenten. Alleen dan kunnen keuzes worden gemaakt op basis van bestaande kennis en inzichten over waterveiligheidsrisico’s en kunnen innovatieve wateroplossingen zoals bijvoorbeeld waterberging, aquathermie, decentrale zuivering, of verantwoord infiltreren hun weg vinden in de regionale praktijken.

Log in om deze trendalert te downloaden